Naar school
Hier weer even een update van onze bezigheden en avonturen. De afgelopen dagen hebben we veel bezoekjes gebracht aan verschillende scholen. Deze bezoekjes zijn niet alleen maar leuk maar ook belangrijk om ons een beeld te geven van het werkveld waar onze opleiding uiteindelijk voor bedoeld is. Vorige week vrijdag zijn we naar een reguliere school geweest waar aan inclusief onderwijs wordt gedaan (Rubingoschool in Kigali). De school ligt helemaal bovenop de top van een heuvel. Het uitzicht vanaf het schoolplein is echt fantastisch. Je kijkt uit over de hele stad en over de heuvels er omheen. Prachtig! Het is een zogenoemde child-friendly school. Deze school is dus in principe bedoeld voor regulier primair onderwijs, m aar ze staan ook open voor de opvang van kinderen met een handicap. De kinderen maakten er bijvoorbeeld landkaarten van karton met daarop rijst geplakt. Zo was de landkaart niet alleen te zien maar ook te voelen voor visueel gehandicapte kinderen. De klassen zagen er goed uit en bijna overal hingen platen en andere materialen aan de muur. Een kindvriendelijke leeromgeving dus!
Op maandag zijn we op bezoek geweest bij de dovenschool in Gitarama welke, zoals de meeste scholen voor doven, ook een internaat is. Dit is de school waar April werkt. De school bestaat grofweg uit twee afdelingen. De ene afdeling is voor kinderen met een mentale handicap en de andere is voor dove en slechthorende kinderen. De afdeling voor de dove en slechthorende kinderen is gehuisvest in de catacomben van een oud voetbalstadion. De kinderen zitten allemaal bij elkaar in een grote ruimte. Ze zitten groepsgewijs bij elkaar en vormen zo dus klassengroepen. Elke groep heeft een schoolbord en een leerkracht. Het is een drukke bedoeling in deze ruimte doordat er veel groepen bij elkaar zitten; maar doordat er door de kinderen en door de leerkrachten wordt gecommuniceerd in gebarentaal is het toch nog redelijk rustig. De kinderen in de school hebben werkelijk niet meer dan een schrift en een pen. Dat is dus echt bitter weinig! De leerkrachten waren erg vriendelijk en open. Ze vonden het prima dat er iemand in de les kwam meekijken. Ik wilde kijken hoe de leerkracht instructie gaf en wat de kinderen in de les deden. Maar de kinderen waren veel meer geïnteresseerd in mij dan in de les. Ze probeerden tijdens de les van alles aan me te vertellen en te vragen. Dat verliep erg leuk maar van echt observeren is niet veel gekomen. Wel heb ik weer heel wat Rwandese gebaren bijgeleerd... 's Middags heeft Rens zich nog even erg nuttig gemaakt d.m.v. het (bijna) repareren van kapotte audiometrie-apparatuur. Hij heeft beide apparaten open gehad en het probleem gevonden. Maar het bleek nog niet zo makkelijk op te lossen omdat er geen reserveonderdelen waren. Er wordt nu in Nederland gekeken of die onderdelen daar te verkrijgen zijn. Vandaar dus; bijna gerepareerd.....
Dinsdag hebben we ons tweekoppige team opgesplitst. Rens ging op kantoor verder aan het plan voor de cursus werken en ik ging samen met Hussein nogmaals op bezoek bij een dovenschool. Ditmaal een school in het noorden van het land, in het stadje Musanze. Kigali, waar wij wonen, ligt redelijk centraal in Rwanda, dus vanuit onze stad zijn alle uithoeken van Rwanda redelijk goed te bereiken. Deze school was ongeveer 2,5 uur rijden van Kigali. Het is een kleine school waar wordt les gegeven aan dove en slechthorende kinderen. De school zag er leuk en aantrekkelijk uit en we werden zeer gastvrij ontvangen. We werden rondgeleid door de school. Overal hingen platen met tekeningen en de bijbehorende woorden aan de muur. Ook het rooster kregen we te zien. Daaruit beek dat de kinderen 's morgens hun gewone lessen volgen en dat ‘s middags alle kinderen (met uitzondering van de allerkleinsten) bezig gaan met handarbeid. Het is handarbeid in de breedste zin van het woord; schalen maken van gedroogd gras, houtbewerken, breien, metselen, etc. De producten die gemaakt worden, worden vervolgens in een winkeltje bij de school verkocht. In een van de klassen met jongere kinderen werkt een dove leerkracht. Dat is erg goed voor de kinderen. Een doof rolmodel en iemand om zich mee te kunnen identificeren is erg belangrijk voor dove kinderen!! We zijn uiteindelijk maar 2 uurtjes op bezoek geweest maar we hebben in deze korte tijd een goede indruk gekregen van alle werkzaamheden op de school.
Na deze enerverende en drukke dagen moesten we er woensdag echt weer aan geloven. Weer gewoon naar kantoor en weer gewoon aan het werk achter de laptop. Maandag gaan we ons globale ontwerp van de opleiding bespreken met betrokkenen hier op de KIE. Daarna gaan we proberen ons plan ook met andere betrokken organisaties te bespreken. Deze besprekingen zijn erg belangrijk omdat we op deze manier draagvlak proberen te creëren voor de opleiding die we aan het ontwerpen zijn, en omdat we op deze manier input krijgen van de mensen die er straks mee moeten gaan werken. We zullen de besprekingen dus goed moeten voorbereiden. We gaan ervan uit dat het plan positief wordt ontvangen en dat het allemaal best goed komt!
Wendy
De eerste opzet
Tot nu toe zijn we in deze weblog nog nauwelijks ingegaan op het stuk dat aan het eind van ons verblijf er moet liggen: een curriculum voor het opleiden van leerkrachten in het onderwijs aan doven in Rwanda. Aangezien we afgelopen week een duidelijke eerste stap hebben gezet bij het schrijven van dit curriculum, in dit verslag maar eens aandacht voor onze kantoorwerkzaamheden.
Tijdens onze eerste contacten met het Kigali Instituut for Education (KIE) werd al snel duidelijk dat de opleiding vooral zou moeten worden gericht op mensen die al een opleiding voor leerkracht in het regulier onderwijs hebben gedaan en die in het onderwijs aan doven willen gaan werken. Ook bleek vrij snel dat er wel een resource centrum voor blinden is met een aantal hulpmiddelen waar blinden gebruik van kunnen maken, en dan vooral blinde studenten die aan het KIE studeren, maar geen opleiding voor leerkracht in het onderwijs aan blinden. Zo'n opleiding kon daarom niet als voorbeeld voor ons curriculum dienen. Wel was er een voorstel gemaakt voor een algemene opleiding 'Special Needs' en inclusief-onderwijs waarin ook kort gebarentaal en braille aan bod komen. De eerste module van deze opleiding hebben ongeveer 30 studenten al voor een groot gedeelte doorlopen. Gelukkig konden we het voorstel van deze algemene opleiding wel gebruiken bij het schrijven van ons curriculum.
Een goed voorbeeld is in de Rwandese situatie extra belangrijk omdat de regering daar besloten heeft het onderwijs volgens vaste landelijke regels te organiseren om de kwaliteit van het onderwijs goed te kunnen bewaken. Om een opleiding goedgekeurd te krijgen moet het voorstel met het curriculum dan ook aan diverse eisen voldoen. Ook moet het curriculum door de juiste onderwijsinstelling uitgevoerd worden. Gelukkig zitten we wat dat laatste betreft goed. Het KIE heeft de uitdrukkelijke opdracht om opleidingen voor leerkrachten te gaan verzorgen op het terrein van 'Special Needs'. Er is echter binnen het KIE (nog) nauwelijks deskundigheid op het gebied van slechthorendheid of doofheid en ze hebben op dit moment nog niemand aangesteld die zich in de toekomst op dit gebied gaat profileren. Daarom hebben wij voornamelijk contact met het hoofd van de afdeling Education Psychology Jean Léonard Barayavuga. Hij heeft als opdracht ons aan te sturen bij de ontwikkeling van het curriculum opleiding leerkracht dovenonderwijs.
Omdat het ontwikkelen van een curriculum normaal niet onze dagelijkse bezigheid is, zijn we onder andere binnen de databank van Kentalis International op zoek gegaan naar andere curricula van opleidingen voor leerkrachten of andere betrokkenen bij het dovenonderwijs. Daarnaast hebben wij ons verdiept in de onderwijsstructuur van Rwanda en de Rwandese wetgeving op dit gebied. Uiteindelijk heeft dit tot een stuk geleid waarin wordt beschreven waarom een speciale opleiding voor leerkracht dovenonderwijs noodzakelijk is (naast bijvoorbeeld de algemene opleiding Special Needs) en een voorstel wordt gedaan voor de modules die ons inziens in de opleiding zouden moeten zitten. Dit stuk hebben we dinsdag met Jean Léonard besproken en tot onze opluchting was hij redelijk tevreden over wat wij hadden geschreven. Wel had Jean Léonard nog een aantal punten die hij toegevoegd wilde hebben. Aan het einde van deze week verwachten we een zodanig stuk te hebben geschreven dat wij ook andere betrokkenen (o.a. de organisatie voor doven RNUD en scholen) om hun mening over het stuk en de voorgestelde inhoud van de opleiding kunnen vragen.
Kortom we denken dat we op de goede weg zijn. Wel zullen we de komende tijd moeten gaan werken aan een breder draagvlak voor het voorstel onder de Rwandezen. Daarover meer in één van de volgende verslagen.
Wendy en Rens
De praktijk!
Afgelopen dinsdag hebben we, zoals Rens al aankondigde, een bezoek gebracht aan twee scholen in Butare. De eerste was een dovenschool en de tweede was een school voor regulier onderwijs, met in die school één klas waarbij dove en horende kinderen gecombineerd bij elkaar zaten. Nu, eerst het verhaal over de dovenschool. Na 's morgens eerst twee en half uur gereden te hebben door een fantastisch landschap met groene heuvels vol akkers, bananenplantages en allerlei soorten huisjes, kwamen we aan op de dovenschool in Butare. We hadden daar afgesproken met twee andere vrijwilligers die ook binnen het disability-team van VSO werken. ( Hussein een leerkracht uit Kenia en April die we ook al in King Faisal-ziekenhuis hadden ontmoet). Zij zouden ons gaan rondleiden op de school. Ondanks dat de meeste leerkrachten daar op school vooraf niet op de hoogte waren van ons bezoek, werden we zeer gastvrij en enthousiast ontvangen. Iedereen maakte in de klas even tijd voor ons, en zowel de kinderen als de leerkrachten waren erg spontaan! Fijn!
We zijn begonnen met een uitgebreide rondleiding en een kort bezoekje aan alle klassen. De school heeft ongeveer 200 leerlingen verdeeld over 10 klassen. De jongsten zijn 6 en de oudsten zijn al in de 20. Ze hebben 2 soorten groepen op school; de gewone lesgroepen en de groepen die zich voorbereiden op een overstap naar inclusief onderwijs op het regulier. Deze laatste groepen kinderen werken met het curriculum dat ook wordt gegeven op de reguliere basisscholen. Er zijn ook groepen voor jongeren die worden voorbereid op de beroepspraktijk (vocational training). Zij leren technische vaardigheden (jongens) en naaien/ breien (meisjes). Rens heeft 's middags even gekeken bij de audiologie op school. Alhoewel er wel een audiologie-kamer is, moet er op dat gebied nog veel gebeuren. Geen van de kinderen draagt oorhangers (de paar oorhangers die op de school aanwezig waren, waren kapot) en CI is hier nog helemaal niet aan de orde. De voertaal op school is dus gebarentaal. Alle kinderen en ook de leerkrachten kunnen goed gebaren. Sommige leerkrachten gebruiken tijdens de les gebaren met daarbij stem omdat er ook kinderen zijn die nog wel hoorresten hebben. Natuurlijk hebben we wel met de kinderen gecommuniceerd, dat was leuk maar ook nog best lastig! Een basaal/formeel gesprekje konden we wel voeren maar als de kinderen in al hun enthousiasme van alles begonnen te vertellen en te vragen, dan werd het toch wel een beetje ingewikkeld, want de Rwandese gebarentaal is toch wel anders dan de Nederlandse....... De kinderen waren allemaal opvallend enthousiast, open , en zelfverzekerd in hun communicatie. Ze vroegen van alles en als het niet meteen lukte, bleven ze toch proberen. Echt goed om te zien!! Gaandeweg hebben we door de dag heen natuurlijk wel wat meegekregen van de Rwandese gebarentaal. Ik vind het altijd erg mooi om te zien hoe nauw taal en cultuur met elkaar verbonden zijn. Hier een paar voorbeeldjes die dat illustreren. Het gebaar voor ‘keuken' in Rwanda verwijst naar aan het aanblazen van een vuurtje waar op gekookt wordt. Het gebaar voor 'school' verwijst naar de manier waarop de kinderen hier in Rwanda worden geacht zich te gedragen. Het gebaar is: twee armen netjes over elkaar (en stil zitten). Dat is hier dus het gebaar voor school. Verder; bij het gebaar voor ‘wit' wijzen ze hier naar het (bijna) enige aan hun lijf dat wit is, hun tanden. Die gebaren zijn bij ons in Nederland heel anders. Dit laat maar weer eens zien hoe de gebarentaal en de cultuur onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Mooi om dat zo te ervaren! Aan het eind van de middag hebben we nog even een bezoekje gebracht aan een reguliere school, waar ze een klas hebben waar dove en horende kinderen bij elkaar zitten. Er staan twee leerkrachten voor die klas. De reguliere leerkracht en een leerkracht van de dovenschool, die de groep dove kinderen binnen deze klas helpt met de lesstof en de instructie in gebarentaal geeft. De horende kinderen in deze school gaan slechts een dagdeel ( 's morgens of 's middags) naar school. Dat is een gevolg van de opzet van het onderwijs in Rwanda. Om ervoor te zorgen dat de aantallen kinderen in de klassen nog een beetje beheersbaar blijven, werken ze met een dubbel-shift. Er wordt dus onderwijs gegeven in twee ‘shifts'. 's Morgens vroeg gaat de eerste groep kinderen naar school; die kinderen hebben les tot ongeveer 12 uur. Daarna komt ‘s middags de tweede groep kinderen. Die hebben dan de hele middag les. De leerkracht geeft dus twee keer op een dag dezelfde lessen. Nu hebben ze voor de dove kinderen op die reguliere school een constructie bedacht waarbij de dove kinderen de hele dag aanwezig zijn. Op die wijze krijgen zij de lesstof twee keer aangeboden. Herhaling van de lesstof dus. Het is een soort van oplossing, maar voor de kinderen waarschijnlijk wel zwaar! Zo zie je dat overal wordt nagedacht over de integratie en inclusie in het onderwijs. In Nederland is het thema van integratie van dove kinderen in het regulier onderwijs actueel, maar in een ontwikkelingsland als Rwanda dus ook! Volgende keer weer meer!
Groetjes,
Wendy
King Faisal
Om ons werk goed uit te kunnen voeren, zullen wij bezoeken gaan brengen aan scholen en plaatsen waar het gehoor kan worden getest. Afgelopen vrijdag was ons eerste (korte) bezoek. Het betrof het King Faisal ziekenhuis in Kigali. We hoefden dus niet ver te reizen om er te komen, we konden er zelfs met een van de stadsbusjes (Matatu) rechtstreeks naar toe. Het King Faisal is een privé ziekenhuis met de beste faciliteiten van heel Rwanda. VSO'ers worden bijvoorbeeld uitdrukkelijk aangeraden om naar King Faisal te gaan als ze een ziekenhuis nodig hebben.
Bij het ziekenhuis werden we opgevangen door April Lyons een Australische audioloog die nu ruim een jaar via VSO in Rwanda werkt. Een van haar activiteiten is sinds kort het trainen van twee medewerkers van het King Faisal op het gebied van audiologie. In het ziekenhuis is onlangs een stille kamer gebouwd waarvan de muren het geluid goed absorberen. De geluidwering bij de ingang van de kamer kan echter nog worden verbeterd. Er zijn wel twee deuren met een ruimte van ongeveer 10 cm er tussen maar onder de deuren zit een kier waardoor het geluid naar binnen kan komen. De ingang van de kamer komt direct uit op de wachtkamer van de afdeling KNO dus goede isolatie is wenselijk.
In de stille kamer stonden een audiometer en een tympanometer die vrij nieuw waren en goed werkten. Op de audiometer was een kleine luidsprekerbox aangesloten. Verder was de kamer vrij groot (ongeveer 3 bij 4 meter) en aan de kamer zat nog een klein kamertje vast. Vanuit dit kamertje kan via een raam met twee glaslagen (als alternatief voor een one-way screen) in de stille kamer worden gekeken. Dit kamertje kan gebruikt worden om de apparatuur en één van de onderzoekers te positioneren maar ook als observatieruimte. Overigens realiseerde ik me hierdoor ook weer dat het in veel landen bij het onderzoek van kleine kinderen gebruikelijk is dat slechts één van de onderzoekers bij het kind zit en de andere achter de apparatuur in een andere kamer. Deze laatste kan alleen via een one-way screen het kind observeren. Zelf geef ik de voorkeur aan de situatie waar beide onderzoekers (en apparatuur) zich in de ruimte met het kind bevinden omdat de communicatie tussen beide onderzoekers dan eenvoudiger gaat.
Tijdens ons bezoek hebben we twee onderzoeken bij kinderen gezien. Het eerste kind was een zesjarig meisje dat al een keer door de mensen van King Faisal was getest maar waarvan de test niet betrouwbaar was. Ook deze keer ging het in eerste instantie moeizaam. Toen echter via de beengeleider voelbare geluiden werden aangeboden, begon het kind het spelletje te begrijpen dat ze een blokje moest wegleggen als ze iets waarnam. Uiteindelijk kon een betrouwbare hoortest worden gedaan en bleek het kind aan een oor een ernstig gehoorverlies te hebben en aan het andere oor bijna geheel doof te zijn. Waarschijnlijk krijgt ze binnenkort voor het eerst een hoortoestel.
Het tweede kind (ook een meisje) was drie jaar en kwam voor de eerste keer. Bij dit kind lukte spelaudiometrie met behulp van de blokjes nog niet. Wel liet ze in het begin van de test via mimiek goed zien wanneer ze een geluid waarnam zodat toch een eerste indruk van haar (zeer slechte) hoordrempels kon worden verkregen.
Na een goede lunch (met o.a. couscous, cassave bladeren, bonen en blokjes vlees) in het ziekenhuis hebben we afscheid van April genomen en afgesproken elkaar dinsdag in Butare (een stad in het zuiden van Rwanda welke ook wel Huye wordt genoemd) weer te zien.
In het volgende verslag meer daarover.
Mwirirwe (= tot ziens)
Rens
Aan het werk!
Aan het werk!
Hier weer een berichtje uit Kigali, Rwanda. Na een rustig weekend waren we maandag klaar om te beginnen. Toch moesten we met al ons enthousiasme nog even wachten, want er waren verkiezingen. Deze werden een paar dagen van te voren aangekondigd en pas op de maandag zelf kwam de mededeling dat alle openbare gebouwen die gehele maandag gesloten moesten blijven. Het was dus een vrije dag zodat iedereen kon gaan stemmen. Toch hebben we 's avonds een belangrijke bespreking met twee mensen van de KIE (Kigali Institute of Education) gehad. Namelijk met Evariste Karangwa die verantwoordelijk is voor de afdeling Special Education en Leonard Barajavuga die hoofd is van de afdeling Educational Psychology. De afdeling waar wij als stafleden aan verbonden zijn. Tijdens de bespreking hebben we gesproken over de inhoud van onze opdracht en heeft Rens het een en ander uit de doeken gedaan over c.i. Na deze bespreking konden we dinsdagochtend beginnen met onze eerste werkdag op de KIE. We zijn rondgeleid en aan iedereen voorgesteld . De KIE is een groot complex (waar je volgens Wendy makkelijk kunt verdwalen), waar uiteenlopende lerarenopleidingen worden gegeven. Er is ook een afdeling die zich bezighoudt met special needs education. Daar zullen we waarschijnlijk nog veel mee te maken krijgen. Na gesprekjes met o.a. tw ee vice-rectoren, de decaan en de vice-decaan van de faculteit onderwijs, werden we naar ons kantoortje gebracht. We hebben nu dus een eigen kantoortje op de KIE! Het is een kleine ruimte met twee bureaus en twee stoelen en een computer en internetverbinding. Vooral dat laatste vinden we erg handig. De rest van deze dag hebben we besteed aan een uitgebreid bezoek aan de bibliotheek, en aan het bestuderen van de website van de KIE. Ook hebben we onze laptops bij de poort laten registreren zodat niemand anders onze laptops van het terrein kan meenemen. Na deze eerste werkdag zijn we even naar de markt gegaan. Dat was gezellig en ontspannend. We konden daar prima ons Kinyarwanda oefenen. Zo leuk! Vandaag zijn we serieus aan het werk gegaan. Het is nu nog een beetje zoeken maar we hopen dat we snel meer duidelijkheid krijgen over de doelstelling van de opleiding en het curriculum dat we moeten ontwerpen. Wordt vervolgd.
De eerste dagen in Rwanda van Wendy en Rens
Beste mensen,
Hierbij het eerste verslag vanuit het verre Rwanda. We hopen de komende drie maanden een indruk te geven van onze wederwaardigheden. We verwachten dat we jullie in tegenstelling tot eerdere Weblogs van Kentalis International niet dagelijks zullen berichten maar we hebben ons voorgenomen om jullie twee keer per week op de hoogte te stellen van wat we hebben meegemaakt.
Nadat we op het vliegveld van Kigali waren geland, werden we gelijk verrast met een aangename temperatuur van 20 graden. Twee mensen van het kantoor van VSO Rwanda stonden ons op te wachten en ook onze bagage hadden we snel te pakken zodat we sneller dan verwacht richting onze huizen konden gaan. Daar bleek er voor Rens een aangename verrassing. Zijn huis is voor Rwandese begrippen lux ingericht. Er is een keuken met een koelkast, vierpits gasstel/oven, een koffiezetapparaat en broodrooster. Verder een ruime huiskamer met echt een zithoek, een eettafel en televisie, vier weliswaar niet al te ruime slaapkamers en twee natte cellen met warm water uit een boiler. Hij deelt zijn huis met twee andere VSO'ers die beide uit Nederland komen.
Wendy heeft meer de standaardwoning van VSO'ers welke overigens nog steeds luxer is dan de meeste woningen waar Rwandezen in wonen. Zij deelt haar woning met één andere VSO'er uit de VS. Zij moet op twee elektrische kookplaatjes koken, heeft geen koelkast en geen boiler zodat een warme douche lastig is te realiseren. In beide huizen is geregeld dat het huis wordt schoongemaakt door een 'Domestique'en ook de was wordt door een Rwandees gedaan.
Rwanda is zoals we hebben ervaren niet geheel verstoken van Power Breaks maar daarnaast moet je ook zorgen dat je de elektriciteitsmeter met genoeg credits laadt. Als je ze allemaal hebt verbruikt, wordt je direct afgesloten. Men werkt dus met een soort prepaid systeem zodat er nooit schulden kunnen ontstaan.
Bij VSO is het gebruikelijk dat je voordat je aan de slag gaat eerst een zogenaamde In Country Training krijgt. Omdat wij de enigen waren die 15 februari aankwamen en wij voor een voor VSO begrippen korte tijd in Rwanda gaan werken, hebben we een verkorte maar ook bijna individuele training gekregen. De training bestond uit een aantal lessen Kinyarwanda (de taal die alle Rwandezen spreken), aandacht voor de Rwandese cultuur (omgangsvormen, positie van de vrouw en gehandicapten), bezoek aan het Genocide Monument van Kigali, informatie over het werk van VSO Rwanda en praktische aspecten van onze uitzending en een bespreking over onze komende werkplek het Kigali Instituut voor Educatie. Tot slot vond tijdens de training ook de maandelijkse bespreking plaats met alle VSO'ers in Rwanda die zich op de een of andere wijze met gehandicapten bezighouden zodat we daar ook meteen konden aansluiten. Bij de vergadering waren er naast ons tweeën twee mensen die bij de landelijke organisaties van doven respectievelijk blinden werken, iemand die bij de koepel van alle gehandicapte organisaties werkt, twee mensen die bij de districten (een soort provincies) werken en twee mensen die aan scholen voor gehandicapten verbonden zijn. Ook de program manager Disabilities van VSO Rwanda was bij de vergadering.
Na deze uitgebreide maar interessante vergadering, was het vrijdagavond en dus....weekend. Dat hadden we wel nodig na zoveel nieuwe indrukken. Het weekend hebben we gebruikt om nog eens wat extra aandacht te besteden aan de Kinyarwanda-lessen en om het centrum van Kigali te verkennen. Aankomende maandag beginnen we met ons werk op het Kigali Institute of Education. Wordt vervolgd........
Wendy en Rens
Rwanda
Development of a curriculum for teacher training programs for teachers of the deaf and training-of-trainers in co-operation with Kigali Institute for Education